De publieke dienstverlening toekomstbestendig maken. Wat vraagt dat van de leiders van uitvoeringsorganisaties? Op woensdag 2 juli 2025 organiseerde de Staat van de Uitvoering een dialoogsessie voor bestuurders, in sociëteit de Witte aan het Plein.
Dialoog over toekomstbestendig leiderschap
Hoogleraar Zeger van der Wal presenteerde er zijn nieuwe essay ‘Uitvoeringsleiderschap’. Daarna gingen de bestuurders in gesprek over de Staat van de Uitvoering 2025 die in het teken staat van de toekomst van de publieke dienstverlening.
Gastheer Cees van der Zwan opent de bijeenkomst door het belang om leiderschap te tonen in deze roerige tijden te onderstrepen. Vervolgens introduceert hij Zeger van der Wal, schrijver van het essay in opdracht van de Staat van de Uitvoering. Van der Wal richt zich tot de aanwezige bestuurders. “Dit essay gaat over jullie. Ik heb cases bestudeerd en 21 diepte-interviews gehouden, waaronder met een aantal van jullie.”
Over uitvoeringsleiderschap
De hoofdvraag in het onderzoek is: bestaat er uitvoeringsleiderschap? En vraagt dat andere competenties dan bijvoorbeeld voor een beleids-DG? In grote stappen neemt Van der Wal de aanwezigen door het boek mee aan de hand van citaten van bestuurders.
Zo vertelt hij dat de uitvoeringsbaas de linking pin moet zijn tussen de ‘grillige buitenwereld en een betrokken werkvloer’. Van der Wal: “Er is een spanningsveld tussen gezaghebbend zijn en ‘concurreren’ met anderen die dat ook claimen en publiek dat steeds kritischer wordt.” Hij benadrukt dat de situatie sterk veranderd is in twintig jaar tijd.
Ook staat Van der Wal stil bij de menselijke maat in publieke dienstverlening: is de menselijke maat hetzelfde als maatwerk? Hoe verhoudt de roep om de menselijke maat zich tot zaken zoals rechtszekerheid? Gaat het om het onderscheid tussen het bulkwerk en ‘de lastige gevallen’?
“De menselijke maat hoeft niet te betekenen dat altijd maatwerk wordt toegepast”, geeft Van der Wal aan. Als voorbeeld noemt hij Justis die 83% van de VOG-aanvragen volledig gestandaardiseerd afhandelt. En ook voor de resterende 17% ICT inzet. De opgave voor leiders in uitvoering is na te denken over hoe je recht kunt doen aan dat kleine plukje ‘restgevallen’ terwijl je de rest gewoon heel efficiënt afhandelt.
“We mogen trotser zijn op onze uitvoeringsorganisaties”
“We mogen trotser zijn op onze uitvoeringsorganisaties,” vindt Van der Wal op basis van de operationele excellentie die uitvoeringsbazen nastreven. Het verbeteren van de dienstverlening is prioriteit nummer 1. “Veel bazen geven aan zich te willen meten met de besten, ook internationaal gezien. Ook zijn ze gedreven te laten zien dat ze het goed voor elkaar hebben, ook met het oog om de juiste mensen aan te trekken. Uitvoeringsorganisaties zijn hierin verder dan het gemiddelde ministerie,” aldus Van der Wal.

Beleid versus uitvoering; het is een van de kernthema’s in de Staat van de Uitvoering. Van der Wal zegt erover: “Het loopt niet lekker in het openbaar bestuur, met de afstemming daartussen. Uit de interviews kwamen stevige wederzijdse beelden naar voren: Beleids-DG is papier, uitvoeringsdirecteur is samenleving.” Het is een semantisch onderscheid waar we volgens de hoogleraar vanaf moeten.
Van der Wal sluit af met een profielschets van een uitvoeringsleider. Heel kort gezegd vraagt uitvoeringsleiderschap:
- een uitstekende antenne voor politieke en maatschappelijke ontwikkelingen en de implicaties daarvan;
- begrip voor politieke dynamiek en politiek-ambtelijk samenspel;
- het bewaken van de operationele, financiële en strategische autonomie;
- een Can Do mentaliteit en streven vanuit pragmatisme en maatschappelijke sensitiviteit naar continue verbetering.
Na dit beeld geschetst te hebben, kijkt Van der Wal glimlachend de zaal in: “Herkent u zich in de vacature?”
Overhandiging boek aan Peter Hennephof
Onder applaus van aanwezigen wordt het eerste exemplaar uitgereikt aan Peter Hennephof, directeur ABDTOPConsult. Hij geeft aan altijd blij te zijn om een boek van Zeger te mogen becommentariëren, “omdat ze meestal niet zo dik zijn.” Het onderscheidende van het essay zit volgens hem vooral in de operationele excellentie als gezagsinstrument. “Het dóen vormt het contract met de beleidskern. Can do. Niet alleen plan do.”
Uitvoeringsleiderschap in de toekomst
Diana Starmans, voorzitter van de Raad van de Bestuur van de SVB en lid van de stuurgroep van de Staat van de Uitvoering, vertelt over het themanummer van de Staat van de Uitvoering dat op 8 september wordt gepubliceerd: “Hoe ziet de publieke dienstverlening eruit over 10 jaar? Onze vorige boodschap ging over complexiteit, betere gegevensdeling en digitalisering, die knelpunten zijn er nog steeds. Dit toekomstbeeld laat zien dat we nú fundamentele keuzen te maken hebben.”
Diana herkent veel in het verhaal van Zeger van der Wal, vooral de grillige buitenwereld. “Samenleving en politiek veranderen. De AOW dateert uit 1957, die wet sluit niet meer aan op de leefvormen van nu. De ICT-systemen zijn uit de jaren ’80. De samenleving vraagt dienstverlening anno nu. Dat vraagt politieke keuzen om de samenleving goed te bedienen.” Ze roept op: “Stop met eindeloos dooranalyseren. Ook als het moeilijk is, dus ook als het domeinen overstijgt.”
Reacties van panelleden
Drie panelleden reageren op de publicatie:
Mitchell Hendriks, voorzitter van jonge ambtenaren netwerk Futur: “De spanning tussen beleid en uitvoering is thematiek die speelt bij jonge ambtenaren. Laat jonge beleidsmedewerkers meer werk doen in de uitvoering. Daar zijn nu barrières.”
“Maak je minder afhankelijk van de politiek”
Maarten Camps, voorzitter van de Raad van Bestuur van UWV: “Belangrijke vraag is nu: wat doet de wisseling van politiek met je als baas van een uitvoeringsorganisatie? Trek je daar niet te veel van aan, maar ga vooral door met je opdracht. Maak je minder afhankelijk van de politiek. Richt je op de bal, op datgene dat je te doen hebt voor Nederland.”
Esther Pijs, beleids-DG Realisatie Groene Groei: “Het gaat echt om de samenwerking. Hoe kunnen we elkaar versterken voor dat doel in de samenleving, niet in Den Haag. In mijn geval gaat het om de energietransitie. Ik geloof niet zo in het wij-zij denken. In het verleden voelde je wel dat er werd neergekeken op de uitvoering. Het is belangrijk om te rouleren: uitvoering, beleid en toezicht. Zoek elkaars wereld op.”
Te lief voor elkaar
Gastheer Van der Zwan peilt de stemming in de zaal. Daar doet Dirk-Jan de Bruijn, voorzitter Rijksinnovatie Community een hartstochtelijke oproep tot meer urgentie: “We zijn veel te lief voor elkaar! We moeten toch met elkaar aan de bak. Zie de Staat van de Uitvoering: over 10 jaar moeten we met veel minder mensen veel meer doen. Als je ziet hoe de taakstelling nu wordt ingevuld. Dat is leiderschap van een bierfiltje. Het zijn allemaal gescheiden silo’s. Er moet veel meer urgentie achter. We moeten niet naar de politiek wijzen. We moeten het zelf doen.”
Zeger sluit de dialoogsessie af met een oproep: “Kunnen we met elkaar interventies plegen in de praktijk, om zo het gesprek aan te gaan over hoe we elkaar sneller kunnen vinden en het onderscheid kleiner kunnen maken?”
> Het boek ‘Uitvoeringsleiderschap’ is nu te verkrijgen in de boekhandel.