Ga naar de inhoud
Staat van de Uitvoering
Peter Teesink
3 juli 2023

‘Het loopt vast door steeds complexere regelgeving’

Hij is de enige gemeenteambtenaar in de stuurgroep van de Staat van de Uitvoering. Peter Teesink, gemeentesecretaris van Amsterdam, zit daar op persoonlijke titel. Zijn motivatie? ‘Ik vind dat uitvoering veel te weinig aandacht krijgt in de totstandkoming van dienstverlening naar onze inwoners. Bij de rijksoverheid én bij gemeenten. Dat moet anders.’

De complexiteit van wet- en regelgeving en stapeling van wensen vormt het grootste knelpunt voor burgers, ondernemers en uitvoeringsorganisaties. Om dat op te lossen moeten politiek, beleid en uitvoering eerder en beter samenwerken. Dat is de belangrijkste boodschap uit de Staat van de Uitvoering die in januari 2023 werd aangeboden aan Vera Bergkamp, voorzitter van de Tweede Kamer.

Alhoewel de Staat primair over de publieke dienstverlening van het rijk gaat, spelen exact dezelfde discussies binnen gemeenten, weet Peter Teesink. ‘Gemeenten kennen dezelfde uitdagingen als ’t gaat om ICT en een gebrek aan menskracht, maar al die zaken vinden voor een belangrijk deel hun oorzaak in de complexiteit van regelgeving en stapeling van wensen. Dat is een soort algemene trigger. Als je een ingewikkelde regeling maakt, is een ingewikkeld IT-systeem vereist en heb je vaak ook meer mensen nodig om het uit te voeren. Terwijl de arbeidsmarkt steeds krapper wordt.’

'De trend is dat de overheid verantwoordelijk wordt gehouden voor al het leed dat iemand in zijn leven krijgt aangedaan.'

Peter Teesink
Peter Teesink

Stop met beleid voor elke uitzondering

In zijn stad Amsterdam ziet hij ook dat de dienstverlening onder druk staat. Teesink: “We beloven steeds meer, maar kunnen dat niet allemaal tegelijk aan waardoor we minder realiseren. Dan word je als inwoner continu teleurgesteld door de overheid.” Die overvraging van de overheid ontstaat bij politiek en beleidsmakers mede als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, maar het resultaat daarvan wordt in de uitvoering het meest zichtbaar, verklaart de gemeentesecretaris.

“De trend is dat de overheid verantwoordelijk wordt gehouden voor al het leed dat iemand in zijn leven krijgt aangedaan. Daardoor wordt voor elke uitzondering beleid gemaakt. Dat heeft steeds complexere regelgeving tot gevolg die vaak niet of niet goed uitvoerbaar is. Dan loopt het vast. Het is interessant te zien dat de Raad van State in zijn jaarverslag ook tot deze conclusies komt. Dus daar moeten we iets mee; dat is de boodschap in de Staat van de Uitvoering.”

Duizenden bezwaarschriften

Dat ook gemeenten daar last van hebben, duidt Teesink aan de hand van de compensatieregeling voor gestegen energiekosten. “De discussie was of studenten daar ook recht op hadden. Als gemeenten adviseerden wij om eventueel studenten wel op te nemen in de regeling en het dan te organiseren via DUO. Als gemeente weten wij immers niet wie van onze inwoners student is.” De politiek besloot uiteindelijk studenten niet mee te nemen in de regeling.

“Het effect is dat we nu een paar duizend bezwaarschriften hebben van studenten. Mijn collega’s moeten nu al die bezwaarschriften afhandelen en alsnog nieuwe regelingen gaan maken. Politiek, beleid en uitvoering zijn hier niet op een goede manier met elkaar in verbinding gebracht.”

Van wantrouwen naar acceptatie

Teesink benadrukt dat vooral de mensen ontevreden zijn die de overheid het hardst nodig hebben en heeft zich er hard voor gemaakt juist dit geluid in de Staat te laten horen. ‘Wanneer je bijvoorbeeld een parkeervergunning hebt omdat je een beperking hebt , krijg je van ons jaarlijks de vraag of je situatie veranderd is. Niet omdat we dat graag willen vragen, maar omdat de gedetailleerdheid van wet- en regelgeving ons dwingt het op deze manier te doen. Er schuilt wantrouwen in; de angst dat mensen er misbruik van maken.’

Teesink, en met hem de andere stuurgroepleden van de Staat pleiten voor vereenvoudiging: ‘Alles dichtregelen, alles controleren, veroorzaakt een te grote last. Zowel voor inwoners als voor uitvoeringsorganisaties. Ga voor meer generieke regelingen, vertrouw meer op burgers en het vakmanschap van ambtenaren om het uit te voeren. Aan de ene kant moet je ruimte bieden voor maatwerk, aan de andere kant risico’s aan de voorkant accepteren.’

"Klachten, bezwaren en andere signalen worden nu nauwelijks goed doorvertaald naar beleid. We leren er nog onvoldoende van."

Leren van elkaar

Peter Teesink doet de oproep aan gemeenten om hun eigen staat van uitvoering onder de loep te nemen en daarbij van elkaar te leren. Dat is ook het doel van Vensters voor Bedrijfsvoering, een online dashboard dat publieke organisaties inzicht geeft in het presteren van hun bedrijfsvoering. Teesink is stuurgroepvoorzitter van het platform. Later dit jaar wordt er een functie aan toegevoegd over hoe om te gaan met klachten en signalen van burgers.

Teesink: ‘Ook in Amsterdam zijn we bezig de organisatie meer in te richten op signalen van bewoners. Klachten, bezwaren en andere signalen worden nu nauwelijks goed doorvertaald naar beleid. We leren er nog onvoldoende van. Dat moet dus beter.’

Over de Staat van de Uitvoering zegt Teesink: ‘Het is een goed, scherp rapport geworden. Ik zie het niet als een grote doorbraak, maar wel als een stap om de uitvoering meer te emanciperen. Ik heb goede hoop dat we in dit land gaan inzien dat uitvoering aan de voorkant aan tafel moet zitten in plaats van aan de achterkant.’

Vijf oproepen

In de Staat van de Uitvoering worden vijf oproepen gedaan aan politiek en beleidsmakers om samen met uitvoeringsorganisaties de publieke dienstverlening toekomstbestendig te maken:

  1. Begin met complexiteitsreductie, doorbreek het patroon.
  2. Betrek de uitvoering vanaf het allerprilste begin bij de beleidsvorming.
  3. Ontwikkel samen een beeld van trends en bijbehorende dilemma’s in de publieke dienstverlening.
  4. Van verantwoorden achteraf, naar sturen en bijsturen.
  5. Breng gegevensuitwisseling tussen publieke dienstverleners nu echt op gang.

Lees de Staat van de Uitvoering 2022 hier. 

Dit artikel verscheen in de zomer van 2023 in het Magazine van de Vereniging van Gemeentsecretarissen (VGS).