Tom Jessen reflecteert met het panel op het verhaal van Erik-Jan van Dorp. Enkele reacties:
Carsten Herstel, directeur-generaal Langdurige Zorg bij VWS (per 1 februari), zegt onder meer dat er dingen zijn misgegaan ‘omdat we politiekje spelen’. Daarmee bedoelt hij dat, als er eenmaal een beslissing is genomen, beleid deze blijft verdedigen. ‘In plaats daarvan moet je steeds kalibreren; letten op signalen of iets werkt zoals je had gehoopt. Zo niet, dan moet je bijstellen.’
De reactie van Demi van Leeuwen, teamleider detentie & re-integratie (D&R), DJI: ‘Een veto-speler op niet-uitvoerbaar beleid zou niet nodig moeten zijn. Wanneer je aan de voorkant al de juiste mensen betrekt, voorkom je ook schade door onbedoelde effecten van onuitvoerbaar beleid.’
Sandra van Thiel, hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit, geeft aan zich soms een relatietherapeut te voelen wanneer ze wordt benaderd om de samenwerking tussen beleid en uitvoering te verbeteren: ‘Het is herkenbaar dat mensen de oplossing veel buiten zichzelf zoeken.’ Zelf vindt zij kennis van de uitvoering heel belangrijk. ‘Snappen wat er gebeurt aan de andere kant van de tafel, maakt dat het gesprek beter verloopt. Het zou verplicht moeten zijn voor beleidsambtenaren om in de uitvoering te werken en andersom. Stop het maar in het Rijkstraineeprogramma.’
Inge van Dijk, Tweede Kamerlid (CDA), is blij met de keuzes van de ondervraagde ambtenaren voor voorstel 3 en 7. Als politica wil zij ook graag af van de schuttingen tussen politiek en uitvoeringsambtenaren. Ze geeft aan dat er nu wel contact is, maar dat dat heimelijk gebeurt, omdat mensen bang zijn voor consequenties. Zij pleit voor meer transparantie. ‘We moeten er gewoon mee beginnen.’