Sinds 2022 kent ons land een nieuwe uitvoeringsorganisatie: de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw. Oorspronkelijk is de TloKB opgericht om drie taken uit te voeren, maar er dienen zich al snel nieuwe taken aan. Passen deze wel bij de TloKB en zo ja, hoe voert het zelfstandig bestuursorgaan ze dan goed en efficiënt uit? Met een afwegingskader én de inzet van het Beleidskompas, weet de jonge uitvoeringsorganisatie de risicoregelreflex in goede banen te leiden.
Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw beteugelt ‘risicoregelreflex’
‘We zijn nog aan het opstarten’, zegt directeur Martijn Tummers, die zichzelf een zij-instromer noemt. Voor hij in 2019 begon met het bouwen aan de TloKB, werkte hij 26 jaar bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. ‘Mijn leukste baan daar was het oprichten van de Inspectie. Ik heb geen moment geaarzeld toen de kans zich aandiende om in het toezicht nog eens een organisatie op te richten. Inmiddels heb ik me aardig ingewerkt in de bouwregelgeving.’
Risicoregelreflex
Al in de opstartfase, komen er nieuwe taken op de TloKB af. Tummers: ‘Het bestuur reageerde kritisch: men kan niet zomaar dingen in onze brievenbus blijven schuiven omdat we nu eenmaal bestaan.’
De term ‘risicoregelreflex’ valt. Die beschrijft de neiging van de overheid om bij elk potentieel risico meteen extra regels en procedures in te stellen. Op dit moment werken er 17 mensen (13.5 fte) bij de TloKB. Naar verwachting zijn er in 2027 al 40 tot 50 mensen nodig om de beoogde uitbreiding van taken uit te kunnen voeren. En voor nieuwe taken zouden nog meer fte’s nodig zijn.
In reactie stelt de TloKB een afwegingskader op om de uitvoerbaarheid en wenselijkheid te toetsen zodra er sprake is van taakuitbreiding. ‘Dat afwegingskader is niet heilig, maar het helpt ons wel snel te bepalen welke taken wel en niet bij ons passen.’
De drie hoofdtaken van de TloKB
Oorspronkelijk is de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) opgericht voor het toelaten van kwaliteitsmethodieken in de bouw. Om op die manier toezicht te houden op het nieuwe systeem van kwaliteitsborging en ervoor te zorgen dat bouwprojecten aan de wet- en regelgeving voldoen.
- Kwaliteitsborging bij bouw
Sinds op 1 januari 2024 de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is ingegaan, hoef je voor nieuwe bouwwerken geen bouwvergunning meer aan te vragen (wel zo nodig nog een Omgevingsplanvergunning). Na melding bij de gemeente en het indienen van een kwaliteitsborgingsplan vastgesteld door een kwaliteitsborger, checkt hij of het bouwwerk voldoet aan de bouwregels. Bij akkoord geeft de kwaliteitsborger een verklaring af. Dit geldt nu nog alleen voor bouwwerken in vervolgklasse 1: zeg maar eengezinswoningen en kleine fabriekshallen. De TloKB laat de kwaliteitsmethodiek die de kwaliteitsborger hanteert toe en ziet toe op de toepassing ervan. Na evaluatie in 2027 gaat deze werkwijze waarschijnlijk ook in voor gevolgklassenklassen 2 en 3, waar ook gebouwen hoger dan 75 meter onder vallen. - Erkende kwaliteitsverklaringen voor bouwproducten
Daarnaast erkent de TloKB certificaten voor 3D- en 2D-bouwproducten en -componenten, mits deze voldoen aan de bouwregels. Kwaliteitsborgers voeren incidenteel controles uit of alles volgens de verwerkingsvoorschriften is gemonteerd. - Gecertificeerd werken aan gasverbrandingsinstallaties
De derde hoofdtaak betreft het toezicht op het koolmonoxidestelsel en het CO-VRIJ-certificaat voor installateurs van verwarmingsketels, geisers, gashaarden, etc. Op de website tlokb.nl vind je een overzicht van installateurs die dit certificaat bezitten. In samenwerking met de Raad voor Accreditatie, houdt de TloKB toezicht.
Beleidskompas ingezet ondanks politieke druk
Een van de potentiële nieuwe taken dient zich aan met ‘politieke urgentie’. Tummers legt uit: ‘De bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen is oorspronkelijk ingericht volgens het stelsel van accreditatie en certificering. Inmiddels is er toch de wens om een publiek toezichthouder aan te stellen die toezicht houdt op het geheel. Fraude met het energielabel is de aanleiding daarvan. De toezichttaak wordt al snel toegedicht aan de TloKB.
Tummers: ‘Volgens het afwegingskader past deze taak bij de TloKB. Maar ik heb wel aangedrongen op inzet van het Beleidskompas om volgens de spelregels te kijken hoe we het zo efficiënt en effectief uitvoerbaar maken.’
Zijn suggestie doet her en der wenkbrauwen fronsen. Het instrument is nog lang niet bij iedereen bekend. In haar publicatie van 2024 schrijft de Staat van de Uitvoering ook over de onbekendheid van het Beleidskompas: slechts 38% van de beleidsambtenaren is op de hoogte, 19% heeft het al eens toegepast, de rest kent het instrument niet.
Over het Beleidskompas
Het Beleidskompas is de centrale werkwijze voor het maken van beleid binnen de Rijksoverheid. Het Beleidskompas vervangt het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) en biedt een verbeterde structuur aan beleidsmedewerkers, wetgevingsjuristen en uitvoeringsorganisaties om in vijf stappen beleid te ontwikkelen.
Het Beleidskompas moedigt aan om al vroeg met beoogde uitvoerders te spreken over beleidsvoornemens. Doenbaarheid en uitvoerbaarheid zijn immers essentieel voor de effectiviteit van nieuw beleid. Het Beleidskompas helpt om te beoordelen of plannen praktisch en haalbaar zijn door te kijken naar de middelen, tijd en capaciteit die nodig zijn om beleid succesvol te implementeren.
Mensen en middelen uitsparen
Inmiddels hebben beleidsmedewerkers en collega’s van Tummers het Beleidskompas op de nieuwe taak toegespitst. Tummers: ‘Toepassing van het Beleidskompas heeft ervoor gezorgd dat de taakomschrijving nu duidelijk is. Net zoals we geen toezicht houden op het bouwen, maar op de kwaliteitsborging ervan, houden we ook geen toezicht op de energielabels, maar wel op de kwaliteitsborging. Ook is er een realistisch kostenplaatje geschetst bij de taakomschrijving. We hebben nu een duidelijk gemeenschappelijk beeld en mogelijk hebben we hiermee de inzet van mensen en middelen uitgespaard.’
Positie van de uitvoering verder versterken
Het Beleidskompas is één instrument waardoor de uitvoering een meer centrale rol krijgt in de beleidsvorming en beter wordt afgestemd op de praktijk. ‘En we grijpen meer mogelijkheden aan om het uitvoeringsperspectief voor het voetlicht te brengen bij beleid en politiek,’ vertelt Martijn Tummers. Zo nam het TloKB in 2023 het initiatief om een kennissessie in de Eerste Kamer te organiseren over de Wkb nadat invoering van de wet vertraging dreigde op te lopen. ‘Ons geluid vond weerklank in de Kamer. Dergelijke initiatieven laten zien hoe waardevol het is om inzichten vanuit de uitvoering een prominente plek te geven in het beleidsdebat. Heel fijn dat de Raad voor Openbaar Bestuur zich daar ook sterk voor maakt’
’