Ga naar de inhoud
Staat van de Uitvoering

Basismonitor uitvoerings­organisaties – Overheid op afstand

In hoeverre zijn overheidsorganisaties op afstand responsief aan de samenleving? In dit periodiek terugkerende onderzoek wordt dit in kaart gebracht. Onder overheidsorganisaties op afstand verstaan we uitvoeringsorganisaties van de rijksoverheid die een zekere mate van autonomie genieten, op grote schaal direct contact hebben met de burger en beslissingen nemen die een grote invloed kunnen hebben op de burger. 

Over dit onderzoek

  • Thema

    Focus in de keten
  • Datum

    Juli 2022
  • Onderzoeks­instantie

    Universiteit Leiden
  • Onderzoekers

    K. Yesilkagit, C. Braun, M. Muller, R. Vossen & I. Hobma

Samenvatting onderzoek

Met enige regelmaat komen misstanden bij inspecties, toezichthouders of uitvoeringsorganisaties in het nieuws. Deze overheidsorganisaties, die vaak op enige afstand van de politiek functioneren, zouden de menselijke maat uit het oog hebben verloren. Zij zouden ook niet in staat zijn om maatwerk te leveren en niet te kunnen voldoen aan de noden en behoeften van individuele burgers.

Er is echter weinig kennis voor handen die inzicht geeft in hoe deze organisaties zijn ingericht en op welke wijze zij zich hebben georganiseerd om de aan hen toebedeelde maatschappelijke taken te vervullen.

In deze Basismonitor Overheid op Afstand worden daarom de bestuurders, consultatie- en participatiemogelijkheden en de responsiviteit van zelfstandige bestuursorganen in beeld gebracht.

Methoden en onderzoeksbenadering

Voor het deelonderzoek over bestuurders zijn de bestuurders van zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s) onderzocht. De ZBO’s zijn geselecteerd aan de hand van het overheidsregister ZBO’s. Data over bestuurders is verzameld aan de hand van openbare bronnen, zoals de websites van de ZBO’s en de openbare LinkedIn-pagina’s van de personen.

Data over consultatie-en participatiemogelijkheden is verzameld op basis van de op de website beschikbare informatie over online consultaties en andere consultatievormen. Daarnaast is een meting gedaan van de mate van transparantie en toegankelijkheid van de beschikbare informatie.

Om de mate van engagement met de burger te meten hebben de onderzoekers de drie laatste jaargangen van de jaarverslagen van de ZBO’s geanalyseerd. Daarbij hebben ze gekeken naar de mate waarin ZBO’s aandacht besteden aan het betrekken van burgers in hun strategische prioritering en verantwoording.

Belangrijkste conclusies

Conclusies ten aanzien van bestuurders

  • De gemiddelde bestuurder van een ZBO is een hoogopgeleide (gepromoveerde) man in de leeftijd tussen de 50 en 70 jaar.
  • De kans is aanzienlijk dat de bestuurder de positie in het bestuur als nevenfunctie vervult. Dit houdt in dat het merendeel van de ZBO-bestuurders maar een gedeelte van hun tijd besturen, omdat hun hoofdfunctie elders is.
  • Het merendeel van de bestuurders is afkomstig uit een (eerdere) functie in de publieke sector. Het vaakst zijn personen die al werkzaam zijn geweest bij het ZBO zelf benoemd als bestuurder bij hun ZBO. De eigen organisatie wordt gevolgd door universiteiten en kennisinstellingen. Dit komt mede doordat verschillende ZBO’s, in het bijzonder in de zorg en agrarische sector, leunen op hoogwaardige technische en medische expertise bij de vervulling van hun taken.
  • De minister is de belangrijkste actor die de leden van ZBO-besturen benoemt. Een klein maar niet verwaarloosbaar deel van de bestuurders wordt niet door de politiek, maar rechtstreeks door de belangengroepen uit de sectoren of door de besturen zelf (coöptatie) benoemd.
  • Er is geen sprake van politisering van ZBO-besturen. Het aantal bestuurders met een politieke affiliatie is gering. Het is goed mogelijk dat veel meer bestuurders lid zijn van een politieke partij, maar dat dit niet via openbare bronnen te vinden is.
  • Het vervuld hebben van een politieke of bestuurlijke functies lijkt, gezien het geringe aantal bestuurders met een politiek-bestuurlijke ervaring als minister, wethouder of burgemeester, geen pré te zijn voor benoeming als ZBO-bestuurder.

Conclusies ten aanzien van consultatie- en participatiemogelijkheden

  • De meeste van de onderzochte uitvoeringsorganisaties organiseren geen of slechts in beperkte mate online consultaties of andere consultatiemogelijkheden zoals adviesorganen, werkgroepen, of extern lidmaatschap van bestuursraden, waarin maatschappelijke actoren structureel kunnen participeren. Ook overige, meer ad hoc, consultatievormen zoals conferenties, workshops of panelgesprekken worden in beperkte mate georganiseerd.
  • Participatiemogelijkheden gericht op individuele burgers worden beperkt ingezet, daarbij laten sommige organisaties wel een aantal creatieve en inspirerende vormen zien om online participatie te stimuleren.
  • De transparantie en toegankelijkheid van informatie op de websites van de organisaties wordt grotendeels ingevuld door een aanwezigheid van een klachtenmeldpunt op de website en het weergeven van belangrijke lopende dossiers. Het beschikbaar maken van informatie op een meer toegankelijke manier, zoals eenvoudig taalgebruik, samenvattingen of visualisaties van de jaarverslagen wordt zeer beperkt toegepast.
  • Concluderend kunnen we stellen dat ondanks de toenemende nadruk op en het belang van het betrekken van maatschappelijke stakeholders en het burgerperspectief, een relatief klein deel van de organisaties daar via hun websites gehoor aan geeft.

Conclusie ten aanzien van responsiviteit

Het onderzoek levert een eerste indicatie op van de mate waarin uitvoerende organisaties vormen van participatie/betrokkenheid van burgers van belang achten. Hoewel het aandeel tekstdelen gericht op burgerparticipatie gering is, is een stijgende lijn opgemerkt in de aandacht die besteed wordt aan de rol van de burger als centrale actor bij de uitvoering van beleid.