Het factsheet ‘Hulpmiddelen en diensten’ is het laatste van een vierluik over de kostendoelmatigheid van de Wmo-dienstverlening door gemeenten. Er zijn ook factsheets over de Wmo-categorieën: Hulp bij het huishouden, Ondersteuning thuis en Verblijf en opvang.
Kostendoelmatigheid Wmo | Hulpmiddelen en diensten (4)
Over dit onderzoek
-
Thema
Dienstverlening en beleidsimpact -
Datum
Februari 2025 -
Onderzoeksinstantie
IPSE Studies -
Onderzoekers
Jos Blank en Alex van Heezik
Samenvatting onderzoek
De doelmatigheid van de uitvoering van de Wmo-voorziening hulpmiddelen en diensten varieert aanzienlijk tussen gemeenten. Uit onderzoek van IPSE Studies naar de kosten en prestaties van gemeenten op het gebied van maatschappelijke ondersteuning in 2022 blijkt dat sommige gemeenten de kosten van hulpmiddelen en diensten met een derde kunnen verlagen zonder op de prestaties in te boeten. Ook voor veel andere gemeenten lijkt er ruimte voor kostenbesparingen. Gemiddeld realiseren de 316 onderzochte gemeenten een doelmatigheid van 87 procent. Dit betekent dat een gemiddelde gemeente dezelfde prestaties kan leveren tegen 13 procent lagere kosten.
Belangrijkste conclusies
Het onderzoek laat zien dat er flinke verschillen bestaan in de kostendoelmatigheid van gemeenten. Van de 316 onderzochte gemeenten scoren er 101 minder dan 80 procent, wat aanzienlijk lager is dan het gemiddelde van 87 procent. Vooral voor de 48 gemeenten met een doelmatigheid van minder dan 70 procent lijkt er veel ruimte om kosten te besparen zonder concessies te doen aan de ondersteuning.
Invloed van schaal, cliëntkenmerken en overhead
Uit de analyse blijkt dat de kosten van hulpmiddelen en diensten per cliënt sterk samenhangen met de grootte van de gemeente. Grotere gemeenten profiteren van schaalvoordelen, waardoor de kostprijs per eenheid dienstverlening lager wordt. Dit effect vlakt echter af bij de allergrootste gemeenten.
Ook constateren de onderzoekers dat het aandeel 60-plussers een negatief effect heeft op de kosten van hulpmiddelen en diensten. Dit betekent dat de kosten per eenheid prestatie voor deze groep cliënten gemiddeld lager liggen. Voor andere cliëntkenmerken (niet-westerse achtergrond en laag inkomen) kon geen significant verband met de kosten worden vastgesteld.
De overhead ratio, de verhouding tussen de uitvoeringskosten en de inkoopkosten, blijkt bij alle gemeentegrootteklassen een significant positief effect op de kosten te hebben en dus een negatief effect op de kostendoelmatigheid.
Aanbevelingen en tips
De resultaten van dit onderzoek kunnen gemeenten helpen om te leren van goed presterende, vergelijkbare gemeenten (peers). Welke gemeenten dat zijn en wat hun scores zijn, is op basis van de onderzoeksdata voor een groot aantal gemeenten vast te stellen. De uitkomsten daarvan kunnen op aanvraag beschikbaar worden gesteld.
Vierluik Kostendoelmatigheid Wmo
IPSE studies heeft een vierluik gemaakt over de kostendoelmatigheid van de Wmo-dienstverlening door gemeenten. Er zijn factsheets over de Wmo-categorieën: