Het factsheet ‘Ondersteuning thuis’ is het tweede van een vierluik over de kostendoelmatigheid van de Wmo-dienstverlening door gemeenten. Er zijn ook factsheets over de Wmo-categorieën: Hulp bij het huishouden, Verblijf en opvang en Hulpmiddelen en diensten.
Kostendoelmatigheid Wmo | Ondersteuning thuis (2)
Over dit onderzoek
-
Thema
Dienstverlening en beleidsimpact -
Datum
November 2024 -
Onderzoeksinstantie
IPSE Studies -
Onderzoekers
Jos Blank en Alex van Heezik,
Samenvatting onderzoek
De kostendoelmatigheid van gemeenten op het gebied van de Wmo-voorzieningen ondersteuning thuis loopt sterk uiteen. Uit onderzoek van IPSE Studies blijkt dat sommige gemeenten mogelijk dezelfde prestaties kunnen leveren tegen slechts 60 procent van de huidige middelen. Ook voor veel andere gemeenten lijken er mogelijkheden te zijn om kosten te besparen. Gemiddeld scoren de 283 onderzochte gemeenten een doelmatigheid van 83 procent. Dit betekent dat een gemiddelde gemeente dezelfde ondersteuning kan bieden tegen 17 procent lagere kosten.
Belangrijkste conclusies
Van de 283 gemeenten behalen 65 een doelmatigheidsscore van minder dan 80 procent. Voor deze gemeenten lijken substantiële kostenbesparingen mogelijk, met name voor de 14 gemeenten met een score van minder dan 70 procent. Maar ook veel andere gemeenten hebben ruimte voor verbetering. Bijna driekwart van de gemeenten kan de doelmatigheid verhogen door optimalisatie van het inkoopproces.
Invloed van inkoopkenmerken
De doelmatigheidsscores zijn berekend op basis van verschillende inkoopkenmerken. Een langere looptijd van het contract en productiegerichte bekostiging hebben een positieve invloed, terwijl meer verstreken contractjaren, integraal aanbesteden met jeugdzorg en een hoge overhead ratio een negatief effect op de kostendoelmatigheid hebben. De invloed van andere inkoopkenmerken verschilt per gemeentegrootte.
De effecten van de inkoopkenmerken zijn vaak niet statistisch significant in alle gemeentegrootteklassen. Alleen de positieve invloed van de contractduur en de negatieve invloed van de overhead ratio zijn in alle gemeentegrootteklassen significant.
Invloed van schaal en cliëntkenmerken
Uit de analyse blijkt dat er sprake is van schaalvoordelen: grotere gemeenten kunnen diensten leveren tegen lagere kosten per cliënt. Ook constateren de onderzoekers dat het aandeel van cliënten van 60-plus in alle gemeentegrootteklassen een significant negatief effect heeft op de kosten van ondersteuning thuis. Dit houdt in dat de kosten per eenheid ondersteuning voor deze groep gemiddeld lager zijn. Voor cliënten met een laag inkomen geldt het omgekeerde: in alle gemeenteklassen hebben zij een significant positieve invloed op de kosten. Dat betekent dat de kosten per eenheid ondersteuning voor deze groep cliënten gemiddeld hoger liggen.
Het kosteneffect van het aandeel cliënten met niet-westerse immigratieachtergrond is niet significant en verschilt van richting (+ of -) per gemeentegrootteklasse.
Aanbevelingen en tips
De resultaten van dit onderzoek kunnen gemeenten helpen om te leren van goed presterende, vergelijkbare gemeenten (peers). Welke gemeenten dat zijn en wat hun scores zijn, is op basis van de onderzoeksdata voor een groot aantal gemeenten vast te stellen. De uitkomsten daarvan kunnen op aanvraag beschikbaar worden gesteld.
Vierluik Kostendoelmatigheid Wmo
IPSE studies heeft een vierluik gemaakt over de kostendoelmatigheid van de Wmo-dienstverlening door gemeenten. Er zijn factsheets over de Wmo-categorieën: