De Staat van de Uitvoering brengt structurele uitdagingen in de uitvoeringspraktijk van de overheid aan het licht. In deze jaarlijks terugkerende publicatie schetsen we een trendmatig beeld voor de politiek. Het doel? Een overheid die beter presteert en een sterkere relatie opbouwt met haar burgers.
Waarom de Staat van de Uitvoering?
De aanleiding voor dit initiatief ligt in incidenten en affaires, zoals rond de kinderopvangtoeslag, die de relatie tussen burgers en de overheid onder druk hebben gezet. Zoals minister Koolmees het verwoordde in zijn brief aan de Tweede Kamer op 5 maart 2021: “De dienstverlening van de overheid moet veel hoger op de agenda.”
Met de eerste Staat van de Uitvoering die op 18 januari 2023 is overhandigd aan de Tweede Kamer, is een belangrijke stap in die richting gezet.
Wie maakt de Staat van de Uitvoering?
De Staat van de Uitvoering wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De coördinatie is in handen van ICTU, de onafhankelijke advies- en projectenorganisatie van de overheid. ICTU heeft een projectteam in het leven geroepen, die werkt onder aansturing van de stuurgroep van de Staat van de Uitvoering.
Hoe gaan we te werk?
De Staat van de Uitvoering is bedoeld om te informeren, agenderen en inspireren. We baseren ons werk op:
- Rapportages van uitvoeringsorganisaties: In deze zogenaamde Standen van de Uitvoering delen publieke dienstverleners de dilemma’s waar professionals in de uitvoeringspraktijk mee te maken hebben.
- Onafhankelijke onderzoeken: Wetenschappers en onderzoeksbureaus analyseren thema’s zoals werkomstandigheden, innovatie en burgertevredenheid.
- Reflectie- en duidingssessies: Professionals en bestuurders delen ervaringen en inzichten om concrete oplossingen te vinden.
Met deze inzichten brengen we uitvoeringsorganisaties, beleidsmakers, en politici samen in een trialoog. Alleen door te leren, delen, en reflecteren kunnen we samen werken aan een betere publieke dienstverlening.