Ga naar de inhoud
Staat van de Uitvoering
13 november 2023

Verkiezings­programma’s over publieke dienstverlening

Op 22 november 2023 kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. De Staat van de Uitvoering heeft de politiek opgeroepen om werk te maken van een betere publieke dienstverlening. Wat zien we hiervan terug in de (concept) verkiezingsprogramma’s van de verschillende politieke partijen? We maakten een analyse.

De eerste Staat van de Uitvoering kwam met vijf oproepen aan de politiek. Op onderdelen komen de oproepen, en in het bijzonder oproep 1, terug in veel van de partijprogramma’s. Oproep 4 -van verantwoorden achteraf, naar sturen en bijsturen- vonden we in geen van de partijprogramma’s.

Veel partijen geven aan het vertrouwen in de overheid te willen herstellen. Ook van het -complexe- toeslagenstelsel willen veel partijen af. Een menselijkere en dienstbare overheid, die dichtbij haar burgers staat, wordt ook vaak genoemd. Hieronder behandelen we per oproep enkele relevante punten uit de partijprogramma’s. De volledige programma’s zijn te lezen op de sites van de politieke partijen.

Reduceer de complexiteit (oproep 1)

Oproep 1 van de eerste Staat van de Uitvoering luidt: maak het voor burgers en ondernemers minder complex door beter en minder beleid. Deze oproep komt duidelijk terug in een groot aantal partijprogramma’s.

Bij de VVD wordt complexiteit specifiek benoemd in het kader van het Europese klimaatbeleid: de partij wil ‘minder overlappende maatregelen die in de praktijk tot meer complexiteit en kosten leiden’ en pleit voor meer aandacht voor de nationale uitvoerbaarheid van de maatregelen. Ook het huurprijzenbeleid vraagt om vereenvoudiging volgens de VVD: de ‘complexe regels’ om de huurprijs van een huis te berekenen, moeten worden vereenvoudigd.

Het programma van PvdA-GroenLinks stelt onder andere dat de ‘complexe regels’ het wantrouwen in de overheid vergroten. D66 wil dat er de komende jaren wordt ingezet op het ‘verminderen van de complexiteit in wet- en regelgeving’. En de SGP wil dat er bij behandeling van nieuwe wetgeving ‘nóg meer aandacht wordt besteed aan de haalbaarheid en de uitvoering ervan’. BVNL wil dat ‘zinloze, overbodige regels of regels die niet worden gehandhaafd moeten worden geschrapt’.

De ChristenUnie pleit voor ‘eenvoudige wetten en regels’ en stelt dat ‘de politiek de overheid niet van uitzondering naar uitzondering en compensatie naar compensatie moet laten struikelen’. De partij wil met een ‘Kafkateam’ van uitvoeringsambtenaren en juristen ‘met de stofkam door wet- en regelgeving’ en ‘overbodige, gestapelde en dubbelzinnige regels in kaart brengt’: dit overzicht wordt dan op meerdere momenten per jaar gepresenteerd aan de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken, waarbij een advies volgt over versimpeling of verbetering.

BVNL stelt dat politici en beleidsmakers ‘de neiging hebben om regelingen te bedenken die gecompliceerd en onduidelijk zijn’ en wil daarom dat regelgeving zo simpel mogelijk is en niet op meerdere manieren te interpreteren.

Vele partijen noemen specifiek de complexiteit van het belastingen- en toeslagenstelsel en willen dat deze wordt vereenvoudigd.

Zo stelt het CDA dat de ‘grote onoverzichtelijkheid’ van toeslagen en heffingskortingen een gericht armoede- en inkomensbeleid praktisch onmogelijk maakt. Ook stelt de partij dat het vestigingsklimaat ‘lijdt onder onduidelijke en steeds veranderende wetgeving’. De partij pleit voor een vernieuwing van het belasting- en toeslagenbeleid, dat gericht moet zijn op uitvoerbaarheid, moet passen bij de leefwereld van mensen, en rechtvaardig, eenvoudig en transparant is. Ook Nieuw Sociaal Contract stelt dat er ‘een doolhof is gecreëerd van belastingen, premies, kortingen, toeslagen en specifieke maatregelen’ en wil het belastingstelsel hervormen en vereenvoudigen. Volt stelt dat we later ‘met verbazing zullen terugkijken hoe complex wij het belastingstelsel en het stelsel sociale zekerheid hebben gemaakt’ en doet verschillende voorstellen voor een eenvoudiger stelsel.

Ook de VVD pleit voor een eenvoudiger belasting- en toeslagenstelsel, en op termijn een afschaffing van het toeslagenstelsel. JA21 wil dat de inkomstenbelasting sterk wordt vereenvoudigd en wil dat inkomensafhankelijke regelingen worden vervangen door een inkomensonafhankelijke huishoud- en huurtoelage.

De ChristenUnie stelt dat ‘te complexe regelingen ingewikkeld zijn voor de burger en in de uitvoering’ en wil de toeslagen zo snel mogelijk afschaffen. Eenvoud is volgens de partij een ‘centrale waarde’ die in het belastingstelsel terug moet komen.

FvD wil een ‘grondige vereenvoudiging’ van het belastingen-, toeslagen en premiestelsel.

De SP wil helemaal af van het toeslagenstelsel, door alle inkomens te verhogen en door zorg, wonen en kinderopvang betaalbaarder te maken. Denk wil de kinderopvangtoeslag vervangen door gratis kinderopvang.

De combinatie PvdA-GL wil de aftrekposten en fiscale kortingen ‘sterk vereenvoudigen, afbouwen of afschaffen’ en het toeslagenstelsel op termijn overbodig maken door inkomen en belastingen eerlijker te verdelen.

D66 noemt het toeslagenstelsel ‘onnodig ingewikkeld’ en wil op termijn ook van de toeslagen af, net als de BBB, die toeslagen gefaseerd wil afbouwen en uiteindelijk afschaffen, en de PvdD.

Afbeelding in welke mate de oproepen uit de Staat terugkomen in de verkiezingsprogramma's
Een afbeelding voor mensen die kleurenblind zijn.
Oproep 1 uit de Staat: Verminder complexiteit
Oproep 2 uit de Staat: Betrek de uitvoering van het allerprilste begin

Betrek de uitvoering vanaf het begin (oproep 2)

‘Betrek de uitvoering vanaf het allereerste begin bij beleidsvorming’. Ook die oproep deed de Staat. ‘Betrek burgers, ondernemers en de wetenschap’ bij beleid is ook onderdeel van deze tweede oproep van de Staat. Verschillende partijen hebben hierover punten opgenomen.

BBB wil beleid maken ‘op basis van zowel theorie als praktijk’, waarbij de praktijk leidend is in de beoordeling van de uitvoerbaarheid van beleid. Ook stelt de partij voor om nieuwe manieren uit te proberen om mensen bij het maken van beleid te betrekken.

D66 stelt dat ‘nieuw beleid altijd tot stand moet komen met de organisaties die het werk doen’ zodat het uitvoerbaar is en werkt. Ook wil het burgers meer betrekken bij beleid: ‘een sterkere democratie begint bij een overheid die luistert en openstaat voor nieuwe ideeën’. Daarmee samenhangend moet doelgroepenbeleid altijd samen met de doelgroep worden ontwikkeld.

Nieuw Sociaal Contract pleit in haar partijprogramma voor het dichten van de kloof tussen beleid en uitvoering, ‘door betere wet- en regelgeving, die gebaseerd is op kennis van en ervaring met de uitvoeringspraktijk’.

PvdA-GroenLinks wil de positie van adviesorganen, kennisinstellingen en denktanks versterken en uitvoeringsorganisaties actief betrekken bij de beleidsvorming. Ook wordt gesteld dat het niet langer zo kan zijn ‘dat technocratisch beleid over de samenleving wordt afgekondigd zonder dat daarbij op de voorgrond wordt gekeken naar hoe burgers het ervaren’.

Volt wil dat de Tweede Kamer eerder aan zet is bij het maken van nieuwe wetten. Hierdoor ‘wordt de stem van de Nederlander vanaf het begin meegenomen’ en kunnen problemen in de uitvoering worden voorkomen, stelt Volt.

Van incidentgedrevenheid naar een langetermijnperspectief
(oproep 3)

Volt wil daarnaast dat de Tweede Kamer minder gaat debatteren over de politieke ‘waan van de dag’ en meer ‘over de grote uitdagingen die voor ons liggen’, in zogenaamde visiedebatten, waar gesproken wordt waar ‘we op lange termijn naartoe moeten met allerlei onderwerpen’.

Het is de enige partij die deze oproep uit de Staat aanraakt in het verkiezingsprogramma. In de Staat van de Uitvoering is de wens uitgesproken dat politiek, beleid en uitvoering samen de toekomst verkennen om zo samen keuzes te kunnen maken over de mix van mensen, middelen en technologie die nodig is voor een houdbare publieke dienstverlening.

Van verantwoorden achteraf, naar sturen en bijsturen (oproep 4)

Oproep 4 uit de Staat om meer te focussen op een open gesprek met departementen en politiek over de uitvoeringspraktijk, zijn we niet concreet tegengekomen in de verkiezingsprogramma’s.

Een betere gegevensuitwisseling (oproep 5)

De ChristenUnie wil de AVG ‘geen onnodig obstakel’ laten zijn. De partij stelt, hoewel privacy een fundamenteel recht is, dat de mogelijkheden om gegevens uit te wisselen tussen (overheids)instanties binnen kan worden verbeterd. “Onnodige belemmeringen waarbij mensen uiteindelijk benadeeld worden, kunnen wijken”. Daarnaast wil de partij inzetten op extra duidelijkheid over wat wel en niet mag.

D66 wil de ICT-capaciteiten van het Rijk op orde brengen. Volt wil een ‘digitale toets’ invoeren bij het maken van wet- en regelgeving, zodat rekening wordt gehouden met de impact op de ICT in de uitvoering.

Het CDA stelt in haar programma dat problemen betreffende het bestaansminimum als gevolg van ‘ingewikkelde en tegen elkaar in werkende regelingen’ voorkomen kunnen worden. Voorwaarden hiervoor zijn dat ‘de ruimte vergroot wordt om tussen uitvoerders gegevens uit te wisselen’ en de regelgeving eenvoudiger wordt.

In de Staat Special kwam het once only principe al naar voren: Nieuw Sociaal Contract wil de toepassing van het ‘once only’-principe naar Ests model ook invoeren in Nederland. Dat betekent dus  dat burgers hun gegevens slechts één keer door hoeven te geven en vervolgens hergebruikt kunnen worden door verschillende overheidsinstanties.

De SGP heeft specifiek voor de asielketen de wens om één uitvoeringsorganisatie de verantwoordelijkheid te geven over alle informatie die er over een asielzoeker beschikbaar is, omdat er nu ‘te veel verschillende systemen worden gebruikt, die niet of slecht met elkaar zijn verbonden’. De data moet makkelijk raadpleegbaar zijn op elk moment en voor alle betrokken organisaties.

Andere voorstellen voor het verbeteren van de publieke dienstverlening

Naast maatregelen die raken aan de oproepen van de Staat van de Uitvoering, hebben de partijen ook andere punten die de Staat raken. Uit eerdere analyses in de media bleek al dat er grote aandacht is voor gemeenten en voor een verdeling van Rijksdiensten door het land.

In de eerste Staat en de Staat Special werd de verkokering aangehaald als punt van zorg. De BBB besteedt specifiek aandacht hieraan: de partij wil een integraal overheidsbeleid. ‘Ministeries kennen veel overlap, maar in de Haagse silo’s wordt vaak eigen beleid gemaakt’. De partij wil beleid en uitvoering van de verschillende ministeries daarom op elkaar afstemmen.

In de eerste Staat kwam de relatief grote groei van het aantal beleidsambtenaren aan de orde. Nieuw Sociaal Contract streeft naar een reductie van het aantal ambtenaren bij de rijksoverheid, waarbij de uitvoeringsorganisaties expliciet worden ontzien. De partij wil verder meer ruimte creëren voor uitvoeringsorganisaties, scholen, zorginstellingen, woningcorporaties en het mkb, waarbij gebruik wordt gemaakt van ‘de suggesties van mensen uit de praktijk (‘Kafka-brigades’)’. De VVD wil dat, naast de uitvoeringsambtenaren, ook ‘(beleids-)ambtenaren en topambtenaren’ kennis hebben van de uitvoeringspraktijk, bijvoorbeeld door middel van stages.

Toegankelijke dienstverlening is ook een belangrijk thema. Veel partijen hebben voorstellen opgenomen om de toegankelijkheid te vergroten. Zo wil de Partij voor de Dieren dat de communicatie door de overheid vereenvoudigd, eenduidiger en sneller wordt. Ook NSC wil begrijpelijk Nederlands in alle overheidscommunicatie. Bij1 wil ook begrijpelijke taal, en vindt dat de communicatie ook in braille beschikbaar moet zijn. D66 pleit voor digitale en fysieke overheidsloketten waar burgers terechtkunnen met vragen aan de overheid. De partij wil dat elke gemeente tenminste één overheidsloket krijgt. De SGP vindt dat overheidsdienstverlening ‘in principe ook voor groepen met een achterstand in de digitale samenleving goed bereikbaar’ dient te zijn. Volt wil beginnen met het 100% toegankelijk maken van alle overheidswebsites. Ook de VVD wil dat websites en apps altijd goed toegankelijk zijn.

Conclusie

Uit de analyse van de partijprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 blijkt dat de verschillende politieke partijen uiteenlopende ideeën hebben om de publieke dienstverlening te verbeteren. Waar een overgrote meerderheid van partijen het over eens is, is dat de complexiteit van het belasting- en toeslagenstelsel gereduceerd dient te worden, bijvoorbeeld door het schrappen van specifieke regelingen en het (gefaseerd) afschaffen van de toeslagen.

In meer en mindere mate wordt er ook stil gestaan bij de rol van de uitvoering in het maken van beleid en een betere gegevensuitwisseling. Deze zaken sluiten aan bij de oproepen die in de eerste Staat zijn geformuleerd. Daarnaast is er veel aandacht voor een toegankelijkere overheid. Al met al toont deze analyse dat de publieke dienstverlening hoog op de agenda staat bij de meeste politieke partijen.

(Dit artikel is ontstaan vanuit een behoefte inzicht te krijgen in de mate waarin de publieke dienstverlening op de agenda staat bij politieke partijen. Het is niet bedoeld als stemadvies.)

Ontdek meer:
3 juli 2023

‘Het loopt vast door steeds complexere regelgeving’

Lees dit artikel
Peter Teesink