Het aantal ouderen dat recht heeft op een AOW-uitkering zal tot 2040 met circa een miljoen toenemen tot 4,6 miljoen. Meer AOW’ers betekent meer berekeningen en meer werk. Met de huidige krapte op de arbeidsmarkt vreest de Sociale Verzekeringsbank (SVB) dat werk niet aan te kunnen en pleit voor vereenvoudiging. In opdracht van de Staat van de Uitvoering onderzocht Prof. dr. Raymond Gradus (Vrije Universiteit Amsterdam) de mogelijkheid van een geïndividualiseerde AOW.
Individualisering van de AOW en de gevolgen voor de uitvoering
Over dit onderzoek
-
Thema
Dienstverlening en beleidsimpact -
Datum
Oktober 2025 -
Onderzoeksinstantie
Vrije Universiteit Amsterdam -
Onderzoekers
Prof. dr. R.H.J.M. (Raymond) Gradus
Samenvatting onderzoek
Het huidige partnerbegrip in de AOW is onnodig gecompliceerd en roept weerstanden op bij burgers. Uitkering aan AOW-gerechtigden in het buitenland is hierdoor extra ingewikkeld, wat een steeds groter deel van de uitvoeringscapaciteit van de SVB opslokt. Daarom is een vereenvoudiging naar een geïndividualiseerde AOW wenselijk: eenzelfde bedrag voor iedere oudere, ongeacht of iemand samenwoont, gehuwd is of alleenstaand.
Belangrijkste conclusies
Door een individualisering neemt het woningtekort af en wordt meer mantelzorg versterkt. De vraag naar woningen zal naar schatting met 8.000 huishoudens afnemen. Dit past ook in andere studies, die een beperkt gedragseffect aangeven. Ook leidt individualisering tot een jaarlijkse besparing van 28 miljoen euro aan zorgkosten.
Aanbevelingen en tips
Om tot een eenvoudiger partnerbegrip te komen, zijn er verschillende varianten met ieder hun eigen merites:
- De variant waarbij alle AOW’ers de alleenstaandenuitkering krijgen, haalt de kostendelersnorm uit de AOW, maar brengt de intergenerationele solidariteit volledig uit balans.
- Beperking van de AOW-uitkering tot de helft van het nettominimumloon brengt de solidariteit tussen de generaties weer in balans, maar verlaagt de uitkering voor de meeste alleenstaanden. Dit vraagt daarom om een geleidelijke invoering. In dit verband is het denkbaar om de alleenstaanden-opslag nominaal gelijk te houden totdat beide uitkeringen gelijk zijn.
Dit langzame ingroeipad heeft nog ander voordeel. De afgelopen jaren is het aantal AOW’ers met een aanvullend werknemerspensioen aanzienlijk gestegen. Invulling van de witte plekken betekent dat dit verder zal stijgen en dat het beroep op de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) verder kan afnemen bij deze individualisering.
Verdere vereenvoudigingen zijn mogelijk door de overwaarde van het eigen huis uit te zonderen van de vermogenstoets AIO. Invoering van een objectief partnerbegrip maakt de uitvoering voor de SVB eenvoudiger en voor burgers beter te begrijpen, maar lost het uitvoeringsprobleem in het buitenland niet op. Fiscalisering van de AOW herstelt deels de disbalans tussen betalen en genieten, maar dit geldt niet voor buitenlandse AOW’ers.