Ga naar de inhoud
Staat van de Uitvoering
21 januari 2025

Toekomstscenario’s voor de publieke dienstverlening (Staatpraat)

De zaal in Nieuwspoort was goed gevuld op donderdag 16 januari 2025: zo’n 150 aanwezige professionals en bestuurders -veelal vanuit de uitvoering, maar ook vanuit beleid en andere organisaties- kwamen bijeen voor de Staatpraat Toekomstverkenning Publieke Dienstverlening 2035.

Het was de tweede Staatpraat over dit onderwerp. Ruim negen maanden eerder bespraken we de trendverkenning, het eerste onderdeel van de Toekomstverkenning.  

Dagvoorzitter Tom Jessen start na een hartelijk welkom met enkele vragen aan Maarten Prinsen, lid van de Stuurgroep Staat van de Uitvoering en in het dagelijks leven manager Organisatiebeleid van het Ministerie van BZK. 

“Als je de toekomst ziet als de voortzetting van het heden”, vertelt Maarten, “dan mis je de boot en de aansluiting” en als bedrijf eindig je dan in faillissement. Onderzoek wijst uit dat bedrijven die gericht zijn op de toekomst, beter scoren dan concurrerende bedrijven. Kortom: toekomstgerichtheid loont. Oók voor de overheid! Maarten legt uit dat scenariodenken een handige manier is om mensen mee te nemen in het denken over de toekomst. 

Maarten Prinsen
Maarten Prinsen: toekomstgerichtheid loont

Vier toekomstscenario’s voor de publieke dienstverlening

Vervolgens legt Sharda Tewari van De Ruijter Strategie in een video uit wat de vier toekomstscenario’s –Lean en mean, Snelle groeispiraal, Focus op de kern, en Menselijk op maat– inhouden.

Reflecties over de scenario’s

De zaal krijgt via MentiMeter enkele vragen voorgelegd. In welk scenario zitten we nu? In welk scenario hoop je dat we belanden? En waar denk je dat we naartoe gaan? Het meest gekozen scenario waar de zaal van denkt dat we nu in zitten is Menselijk op maat. En veruit het meest gehoopte scenario is Snelle groeispiraal (ruim aanwezige middelen, hoge adoptie van technologie). Over het scenario waar men denkt in te komen is de zaal wat meer verdeeld: Focus op de kern en Lean en mean scoren beiden nagenoeg even hoog, met slechts heel weinig stemmen voor de andere twee scenario’s.

Vanuit de zaal volgen enkele reflecties. George Middeldorp, Afdelingshoofd Futuring bij de Belastingdienst, vertelt dat de Belastingdienst, samen met anderen, de toekomst verkent, maar óók probeert om deze zelf (mede) vorm te geven. Denk aan andere manieren van belastingheffing, met gemak voor burgers en bedrijven, en waarin ingezet wordt op acceptatie van nieuwe technologie. Het is belangrijk om nu te gaan voor de juiste investeringen, de kost gaat voor de baat uit.

Patricia Honcoop, projectleider Arbeidsmarkt & Onderzoek van het A&O fonds gemeenten, vertelt dat zij binnenkort met een eigen scenario-studie komen op het gebied van de gemeentelijke arbeidsmarkt. Voor gemeenten is de urgentie groot. Qua financiële middelen zijn zij grotendeels afhankelijk van het Rijk, met het ‘ ravijnjaar ’ in zicht. In het traject van het A&O fonds zijn de scenario’s doorleefd en is er samen met gemeenten gekeken wat zij in welk scenario kunnen doen: kun je al voorsorteren op bepaalde zaken?

 

Schaarste dwingt tot vooruitdenken

Tom Jessen introduceert vervolgens Esther Pijs: lid van de Stuurgroep Staat van de Uitvoering, Kwartiermakend Directeur-Generaal Realisatie Groene Groei en tot voor kort Programma Directeur-Generaal Groningen en Ondergrond. Esther is zowel in haar huidige functie als in eerdere functies bezig met thema’s waarin de lange termijn een grote rol speelt, zoals de energietransitie. Esther vertelt dat ze denkt dat we teruggaan in de middelen die we hebben, en rekening moeten houden met minder mensen, zoals ook uit de Toekomstverkenning blijkt.

In het gesprek komt ook de noodzaak om organisatie overstijgend samen te werken om lange termijn doelen te realiseren aan bod. Esther vertelt van de casus van de Windenergie op Zee. Op land én op de zee is er sprake van schaarse ruimte: zo wordt de zee benut voor visserij, natuur, energie, maar ook defensie. Deze schaarste dwingt tot vooruitdenken: wat moet waar komen? Bij de aanleg van windparken bijvoorbeeld, wordt nagedacht over de situatie op zee in 2040 en verder. Om tot een succesvolle oplossing te komen is het van belang om de vele betrokken en belanghebbende partijen bij elkaar te brengen en is er begrip voor elkaar nodig.

“Als je vandaag of morgen niet begint, dan loopt de 10- of 20-jaarshorizon ook weg in de tijd. En klimaatdoelen en andere vastgestelde doelen schuiven niet zomaar op naar achteren,” benadrukt Pijs. Kortom: begin nú en doe het samen!

Esther Pijs: Begin nú en doe het samen!

Hoe gebruik je de scenario’s?

Sharda legt vervolgens in een video uit hoe je de scenario’s kan gebruiken. Ze kunnen je helpen om nu alvast op de mogelijke voor te bereiden en de implicaties en beleidsopties in kaart te brengen, het liefst sámen met andere organisaties.

Drie oplossingsrichtingen én een kanttekening

Na de pauze is het de beurt aan Siwert de Groot, projectleider Toekomstverkenning namens de Staat van de Uitvoering, om uit te leggen hoe de Toekomstverkenning tot stand is gekomen. Ook deelt hij het ‘geen-spijt-beleid’ -een term die afkomstig is van Kim Putters, voorzitter van de Sociaal Economische Raad. Dit ‘geen-spijt-beleid’ omvat de belangrijkste oplossingsrichtingen die in ieder geval gedaan zouden moeten worden om de publieke dienstverlening toekomstbestendig te maken, omdat ze voor elk mogelijk scenario relevant zijn.

Oplossingsrichtingen

  1. Ontwikkel een gezamenlijke visie op dienstverlening als startpunt. Siwert benadrukt hierbij dat dit niet gaat om een visie per organisatie of domein, maar om één overkoepelende visie op dienstverlening vanuit de overheid als geheel;
  2. Deze visie moet leidend zijn in waar je de schaarse mensen en middelen op inzet, in het ergste geval heb je namelijk een schaarste aan zowel mensen als middelen. Dit maakt dat hier moeilijke keuzes in gemaakt moeten worden.
  3. Om deze schaarste zo goed mogelijk te kunnen opvangen moet er nú versneld worden met de digitalisering van de overheid. In elk scenario zal de publieke dienstverlening méér moeten doen met minder mensen, door technologie in te zetten en het werk anders, slimmer, in te richten kan de publieke dienstverlening dit zo goed mogelijk opvangen. Maar dan moet er wel snel mee begonnen worden.

Onder deze drie belangrijkste oplossingsrichtingen liggen nog eens negen andere belangrijke ontwikkelrichtingen, die kunnen bijdragen aan de bovengenoemde oplossingsrichtingen. Deze vind je terug in rapport 4 van de Toekomstverkenning Publieke Dienstverlening 2035.

Nadat Siwert de 3 oplossingsrichtingen heeft toegelicht, plaatst hij nog een kanttekening. Daarvoor verwijst hij naar de Staat van de Uitvoering 2024: “Daarin constateren we dat de grote knelpunten in de publieke dienstverlening zich juist daar voordoen waar meerdere wetten van toepassing zijn en meerdere organisaties actief zijn. En precies bij het oplossen van die complexe knelpunten zien we nog te weinig verbetering. Sterker nog, er is sprake van fundamentele weeffouten in het systeem van beleid maken en uitvoeren. De autonomie van organisaties staat te vaak voorop, verkokering en vrijblijvendheid maken dat er onvoldoende sprake is van een gezamenlijke aanpak van knelpunten. Hoe die impasse te doorbreken? Samenwerking is één van de essentiële antwoorden voor de oplossing.”

Siwert de Groot: Hoe doorbreken we de impasse?

Reflecties uit de zaal

Na een kort gesprek tussen Siwert en Tom, wordt de zaal wederom bevraagd via MentiMeter, deze keer draait het om het ‘geen-spijt-beleid’. 

Op de eerste vraag, of de eigen organisatie zich voorbereidt op de toekomst, wordt gemixt geantwoord (37 “Eens”, 43 “Neutraal” en 24 “Oneens”). Als reactie uit de zaal geeft Cocky de Wolf van de Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie aan dat zij veel programma’s doen voor samenwerken en vooruitkijken, zoals ‘Rijksbrede werving, i-partnerschap, het i-doctoraat, en overheidsbrede samenwerking op arbeidsmarktkrapte’.

Cocky de Wolf

Als antwoord op de tweede vraag, waarom het organisaties niet lukt om aan te passen aan de toekomst, komt een wordcloud in beeld van wat het meeste is ingevuld. Hier is met stip het meest genoemde antwoord “waan van de dag”. Ook “complexiteit”,  “politiek” en “cultuur” zijn vaker genoemd.

De derde vraag, of de eigen organisatie voldoende samenwerkt, wordt eveneens gemixt gereageerd (34 “Eens”, 44 “Neutraal” en 19 “Oneens”). Als reactie uit de zaal geeft een medewerker van een gemeente aan dat er altijd “witte vlekken” zijn van potentiële samenwerkingspartners, die je dus nog niet in beeld hebt.

Toepasselijk wordt hierna vraag 4 gesteld: met wie werkt je organisatie nog niet samen waar ze dat wel mee zou moeten? Veel verschillende antwoorden komen hieruit naar voren, maar wat verreweg het meeste werd genoemd was “burgers” en “ervaringsdeskundigen”.

Na de behandeling van deze vragen vraagt Tom Jessen Arre Zuurmond, tot voor kort Regeringscommissaris Informatiehuishouding, vanuit de zaal om een duiding. Arre geeft aan dat het in zijn optiek een valse tegenstelling is dat meerdere scenario’s niet samen zouden kunnen gaan. Zo geeft hij aan dat een deel van het werk van de overheid Lean en Mean kan, terwijl een ander deel Maatwerk kan zijn. “Zet mensen bij elkaar in een soort atelieromgeving. Mensen zitten te vaak vast in organisaties.”

Jonge ambtenaren

Hierna is het letterlijk de beurt aan de toekomst; het woord is aan Mitchell Hendriks, als voorzitter van jonge ambtenarenorganisatie FUTUR en nieuw lid van de stuurgroep Staat van de Uitvoering. Mitchell heeft voorafgaand aan de Staatpraat de vragen uit de MentiMeter voorgelegd aan zijn achterban, jonge ambtenaren. Wat hem opvalt is dat de antwoorden van de jonge ambtenaren niet significant verschillen met de antwoorden vanuit de zaal. Wel ziet hij een verschil in beantwoording tussen beleidsambtenaren en uitvoeringsambtenaren. “Hoe concreter een ministerie (landbouw, infrastructuur, etc.) hoe duidelijker ze in beeld hebben met wie ze allemaal samenwerken.” 

Vervolgens benadrukte hij dat volgens hem de discussie breder kan, “niet iedereen voelt zich per definitie dienstverlener” terwijl dezelfde issues spelen op meer plekken, denk bijvoorbeeld aan de Politie of Rijkswaterstaat. Een aanwezige vertegenwoordiger van de Politie reageert vanuit de zaal, “Het is heel waardevol om naar de toekomst te kijken. Alleen als je vandaag in de uitvoering werkt, moet je je ook focussen op wat er vandaag speelt. Geef de uitvoering van vandaag de prioriteit en werk incrementeel aan de toekomst”.

Mitchel Hendriks: De discussie kan breder

Lang leve de toekomst!

Als laatste spreker van de avond is het de beurt aan Eppo van Nispen tot Sevenaer, voorzitter van ECP en directeur van Beeld en Geluid. Bij het begin van zijn verhaal geeft hij gelijk knipogend aan: “Ik heb geen inspirerend verhaal, ik ben archivaris en dat is geen interessant beroep. Maar de toekomst is interessant en er is veel over te vertellen..”

Als archivaris van Beeld en Geluid, één van de grootste media-archieven van de wereld, zet Eppo zijn verhaal kracht bij door naar hartelust gebruik te maken van beschikbare beelden uit dit archief. 

Eppo argumenteert dat de toekomst altijd gebaseerd is op het verleden: “Als je niet weet waar je vandaan komt, weet je ook niet waar je naartoe moet.” Zelfs AI is gebaseerd op het verleden, “U praat niet met een modern iemand, maar met een oud iemand”. Ook gaf hij aan dat 2035 relatief gezien helemaal niet zo ver in de toekomst ligt, “dat is morgen” zegt hij. 

Als kern van zijn verhaal baseert Eppo zich op 5 belangrijke filosofische waarheden, terwijl hij met oude tv-fragmenten zijn verhaal ondersteunt:

  1. “Van het concert des levens krijgt niemand een program”. 
  2. “Regeren is vooruitzien, als je niet vooruitziet loop je af op je eigen ravijn” – Émile de Girardin. 
  3. “Elk probleem hep zijn voordeel” – Johan Cruijff. 
  4. In je eentje ga je sneller, samen kom je verder. 
  5. “Live long and prosper” – Spock. 

Hij eindigt zijn verhaal met de woorden: “Lang leve die toekomst; de toekomst is al lang begonnen”.

Eppo van Nispen tot Sevenaer: de toekomst is al lang begonnen

Napraten of nalezen?

Na het verhaal van Eppo is het tijd voor het stamppotbuffet en de napraat. De komende tijd gaat de Staat van de Uitvoering verder met het uitwerken van het handelingsperspectief. Hierbij kunnen we je hulp gebruiken. Meedenken?  Benader ons gerust via: staatvandeuitvoering@ictu.nl, t.a.v. Siwert de Groot.

Alle deelrapporten van de Toekomstverkenning Publieke Dienstverlening 2035 zijn hier te downloaden, inclusief een handleiding over hoe de scenario’s te gebruiken.